1-3-2015
Klaas Laan

“Daarom, Asclepius, is de mens een groot wonder, een eerbiedwaardig en eerwaardig wezen. Hij gaat over in de natuur Gods, als ware hij zelve een god. Hij kent het geslacht der geesten, omdat hij weet, dat hij dezelfde oorsprong heeft als zij. Hij ziet neer op dat deel van de menselijke natuur in hemzelf, dat al te menselijk is, maar hij vertrouwt op dat deel van zich dat goddelijk is. Wat een gelukkige synthese is de mens! Hij heeft omgang met de goden, omdat er iets goddelijks in hem is, dat met hen verwant is

Op dat deel van hem, dat hem tot een aardwezen maakt, ziet hij neer vanuit zijn innerlijkheid. Met alle andere dingen, waarmede hij zich door beschikking van hogerhand verwant weet, is hij door de band der liefde verbonden. Hij slaat de ogen op naar de hemel. Zo staat hij op de best denkbare plaats, in het midden tussen aarde en hemel, en kan daardoor wat beneden hem is liefhebben en zelf door hogere wezens bemind worden. Hij zorgt voor de aarde. Hij mengt zich met de snelheid van zijn gedachten tussen de elementen.”

(uit: ASCLEPIUS. Ingeleid, vertaald en toegelicht door G.Quispel, 1996, uitg. In de Pelikaan, A’dam)

Bovenstaande citaat haalde Klaas Laan aan in zijn voordracht in het Filosofisch Café Leiden over “de Macht van de Gedachte”. Hij bediende zich daarbij vooral van de filosofie van de Bulgaarse pedagoog en mysticus Omraam Mikhaël Aïvanhov (1900-1986) die vanuit zijn thuisbasis Frankrijk duizenden voordrachten heeft gegeven als hedendaagse “vertaler” van de gouden woorden van Hermes Trismegistos, waar de ‘Asclepius’ een onderdeel van is.

De macht van de gedachte en haar product, het woord, zijn diep verankerd in ons mens-zijn! Als kind schreeuwden we het al terug als we op het schoolplein werden uitgescholden: “Wat je zegt dat ben je zelf!” Maar onwetendheid is via onbenul overgegaan in een diepe tragiek: het pesten, versterkt door de sociale media, heeft het leven voor veel kinderen uitzichtloos gemaakt…

Aïvanhov roept op tot een bewust en ‘ambachtelijk’ leren hanteren van de macht van de gedachte. Daarvoor dienen we de ingrediënten ervan te leren kennen, maar ook, hoe we de partner van de gedachte, het gevoel en haar werktuig, de verbeeldingskracht, effectief als hefboom kunnen inzetten. Dan wordt hun kind, de handeling geboren. Maar meestal wordt dit psychische proces niet doorgrond en blijven we hangen in wensen, dagdromen, verlangens…. en frustraties.

Gedurende de voordracht is vooral aandacht besteed aan de ingrediënten van dit psychische proces; hoe de gedachte zich verwerkelijkt in de materie door middel van tussenschakels. Wil de mens werkelijk zingevend regisseur worden van zijn bestaan op onze geteisterde planeet, dan zal hij een diepgaand besef dienen te ontwikkelen van zijn aangeboren tweeslachtigheid, zijn hogere en lagere natuur. Hierbij sluit Aïvanhov naadloos aan op het citaat aan het begin. Wellicht stof voor een vervolg in Leiden?

Aanbevolen literatuur: “de Macht van de Gedachte”, en “U bent goden”, beide online te verkrijgen bij www.prosveta.nl

Opening Filosofisch Café 1-3-2015

Inleiding door Hans Feddema

Jullie allen en speciaal Klaas Laan hartelijk welkom op dit FCL met ruim 40 mensen. Voordat ik m’n column met name wijdt aan de bekende Peter Sloterdijk en het postmoderne cynisme van nu, eerst de mededeling: 1) dat er hier in Mathias de Vrieshof op 27 maart 8 uur we een minisymposium over ‘De kwetsbaarheid &Kracht in de zorg’, in zaal 002, 2) dat op 28 mei om 8 uur de ‘rockstar-filosoof Slabvoj Zizek, ook wel het ‘denkbeest van Ljubjana’ genoemd naar Nederland komt en dan in de A’damse Westerkerk spreekt en 3) dat we vanaf 27-3 na René Gude voor twee jaar een nieuwe ‘Denker des Vaderlands’ hebben met de hippe A’damse filosofe en schrijfster Marli Huijer. Een vrouw dus, waarvan we wellicht ook andere thema’s kunnen verwachten, zoals Hannah Arend ooit het thema ‘sterfelijkheid’ van Plato en z’n mannelijke navolgers verving door ‘geboortelijkheid’, zoals een dagblad terecht stelde.

Nu dan een paar woorden gewijd aan het cynische denken, waaraan Peter Sloterdijk al ruim 2 decennia terug een kritische studie wijdde en wat nu actueel is door de biografie over Willem Frederik Hermans, de man van ‘Ik heb altijd gelijk’, die ooit de ‘ongekroonde koning van het cynisme’ heette, ook wel de ‘homo cynicus’ of ‘teleurgestelde idealist’ bij uitstek. Dat laatste kan, maar is een perceptie, waar niet een ieder het mee eens hoeft te zijn. Dus dat cynici vaak voorheen wat gemangelde idealisten zijn. Die perceptie zou niettemin wel die van Peter Sloterdijk kunnen zijn, van wie ik in m’n januari-column stelde dat hij cynisme ziet als een ‘teveel aan kennis’ en als ‘meer negatief’ dan positief of wel als een ‘te neer geslagen visie’ en ook een ‘gebrek aan vertrouwen’. Omdat Klaas straks waarschijnlijk het ‘leven in vertrouwen’ centraal zal stellen, kom ik er nog even op terug. Dit tevens omdat Filosofisch Magazine van nu aan cynisme een omvangrijk essay wijdt, geschreven door filosofe Alicia Gesinska.

Hoe om te gaan met stress?
Dat nummer is ook verder de moeite waard. Onder meer omdat filosoof Ger Groot daar in een artikel laat weten ‘doodmoe te zijn van al zijn werk’, maar er toch ‘niet zonder te kunnen’, een dilemma waar velen zich in herkennen wellicht. Het antwoord van Ger Groot is, dat hij ‘wel z’n hoogleraarschap door de stress van z’n werk heeft neergelegd’, – (geen ‘peanuts’, dat doe je niet zo maar, zoals allen die vervroegd met pensioen gingen, zullen beamen, maar anderzijds ook de huidige stress geen peanuts is, zagen jullie de stresstest van Katja Schuurman op NL2, dus ‘hoe onder stress nog te kunnen presteren’?) – maar Groot ‘niettemin nu na z’n vakantie verlangt naar zijn bureau, de dagelijkse stapels post en zijn beeldscherm’. Dit typeert de stress, de volle inbox van velen en de hectiek van deze tijd.                  Herkenning en mogelijk ook weerstand, dus dat dit niet de bedoeling kan zijn of dat rust en meditatie mogelijk het antwoord is. Trouwens ook reflectie over het leven, of we wel of niet bestaan, dan wel of heksen al of niet bestaan, zoals de filosoof Markus Gabriel tevens in dit magazine van Filosofie van nu doet, nl. betogend, dat alles, ook ons bestaan maar een perceptie is en dat het bestaan van heksen! bijv. alleen ‘begrepen kan worden als verschijnen in een zinsveld’, bijv. in dat van ‘gestoorde geest van de Spaanse Inquisitie’.

Cynisme als desillusie, apathie en het glas steeds ‘half leeg’ i.p.v ‘halfvol’ zien?
Hoe dit ook zij, ik richt me nu weer op het cynisme als moraal-filosofisch fenomeen, dat nog steeds niet helemaal weg is. Cynisme begon overigens als school in het oude Griekenland. Heel anders dan nu was dat toen een levenswijze, een soort anti-moralisme en een zich bewust willen zijn van de eigen lichamelijkheid. Reden dat van Diogenes, de oudste cynicus wellicht, het gerucht gaat dat hij uit protest tegen het loochenen van de sexuele drift door platonisten en stoïcijnen eens in het openbaar zou hebben gemasturbeerd. Is dit antieke cynisme anti-moralistisch/preuts anarchisme?  — Het postmoderne cynisme is in elk geval heel iets anders. Dit lijkt meer, nu de vroegere grote verhalen voorbij zijn, meer het ‘in niets geloven’ of alles zien als negatief dan wel desillusie. Naast 1) desillusie is 2) apathie ook een kenmerk evenals 3) zelfvervreemding en in plaats van levenslust en levenskunst wat bij dit FCL centraal staat 4) een soort ‘tristesse de vivre’. Ik begrijp het wel als de postmoderne mens teleurgesteld is over 5) ‘het gebrekkige in al het goede’, maar als je dat alle accent geeft en ‘blind bent voor het goede in al het gebrekkige’ kan het toch dat we een negatieve proces in gang zetten, zou ik willen stellen. Reden dat ik minder gelukkig ben met cynisme. Te meer omdat er zo ook het gevaar is, dat we zoals Sloterdijk stelt via de desillusie en apathie ‘tot nihilisme kunnen vervallen’, waardoor de postmoderne cynicus, zoals ook Alicia stelt ‘zijn eigen grootste slachtoffer wordt’.

Leven als een leerproces
Hoe dan ook, ik zeg dit alles vooral analytisch, ook om onszelf er bewust van te doen zijn, als we soms ook bij vrienden veel cynisch schouderophalen tegenkomen of hen vooral de donkere kant vd dingen accent zien geven. Zelf probeer in deze tijd van de kwantumfysica, nu ik ook weet dat alles energie en ‘aantrekking’ is, ook vanuit het besef van het belang van leven als een leerproces de energie van authentieke blijheid uit te stralen, althans me niet te veel over te geven aan zwartgalligheid. Bovendien zie ik als socioloog in de cultuuromslag of de ‘kanteling van bewustzijn’ (Jan Rotmans), die nu gaande is, juist ook een sterke onderstroom van positivisme. Het is hoe dan ook niet voor niets dat ik Klaas Laan uitnodigde.      Ik ken je al 5 jaar terug Klaas van een boeiende bijdrage in een boek over dacht ik de Bulgaarse filosoof Aïvanhov, wat me toen raakte, ook al weet ik niet meer welk boek, waar ook anderen in schreven, dat precies was; het moet wel ergens in dit huis aanwezig zijn. Maar ik ontmoette je eerst ruim een jaar terug bij dacht ik een minisymposium hier in Leiden op de universiteit waar ook Hans Gerding toen sprak. Die ontmoeting klikte; zo is het gekomen. We zijn vol verwachting. Klaas Laan,‘the floor is yours’.